Artikelindex

Artikel_15._Zomer-_en_winterseizoen

  1. Het zomerseizoen loopt van 1 maart tot 1 oktober. Het winterseizoen loopt van 1 oktober tot 1 maart.
  1. Niet-leden en (buitengewone) leden, die geen recht hebben gebruik te maken van een jaarstallingsplaats, kunnen op basis van beschikbaarheid een winterstallingsplaats toegewezen krijgen en dienen uiterlijk 1 maart hun pleziervaartuig elders onder te brengen.
  1. Het aanvragen van een winterstallingsplaats dient schriftelijk te geschieden met gebruikmaking van een door het secreta­riaat beschikbaar gesteld online aanvraagformulier. Het bestuur houdt zo nodig een wachtlijst bij.
  1. (Buitengewone) leden, die voor hun pleziervaartuig tijdens het winterseizoen een andere ligplaats krijgen toegewezen, dienen deze zo spoedig mogelijk na 1 oktober in te nemen en uiterlijk 1 maart met hun pleziervaartuig weer de toegewezen jaarstallingsplaats in te nemen.